Iedereen taalheld!

Wouter Duyck steunt het idee van de ‘taalheldklassen’ van Zuhal Demir. In het belang van anderstalige kinderen. Zachte cognitieve heelmeesters maken immers stinkende sociale wonden.

Wouter Duyck

Hoogleraar cognitieve psychologie (UGent).

9 juli 2025 om 23:59

Gisteren lanceerde minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) haar taalplan voor het Vlaamse onderwijs. Tien goede en nodige acties, gericht op jonge kinderen. Het is de nodige en juiste beleidskeuze. Toch weerklonk dadelijk kritiek, van Piet Van Avermaet en Orhan Agirdag, in deze krant (DS 9 juli). Dat het toch beter was om taalarme kinderen in hun klas te houden. Onbegrijpelijk. Taalarme kinderen verdienen beter dan lijdzaam hun lot te moeten ondergaan. 

Dit stuk zou eigenlijk moeten beginnen met de evidente vaststelling dat iedereen het eens is dat (school)taal, en dus Nederlands, belangrijk is. Toch schrijft Agirdag: “Ministers lijken niet te begrijpen dat de beheersing van het Nederlands geen voorwaardeis voor goede schoolprestaties.”

Dat is natuurlijk onzin. Allerhande sociologische analyses ten spijt is het soms eenvoudig: een kind dat de leraar niet verstaat, zal niks leren, hoeveel geld er ook naar gelijke onderwijskansen gegooid wordt (en dat is bij ons erg veel). Uiteraard is Nederlands een voorwaarde voor leren. Taal is niet zomaar een vak. Taal laat toe om te leren zonder te moeten ervaren. Taal draagt elke instructie en kennis. In het lager onderwijs leren we lezen, om vervolgens te kunnen lezen om te leren. “Lezen is denken met andermans hoofd”, zei Schopenhauer.

Uitgerekend voor kwetsbare kinderen is dat cruciaal: taal brengt de wereld die bestaat buiten de eigen beperkte leefwereld in het hoofd van het kind, waar nieuwe kennis aan oudere kennis haakt. Voor een kind dat nooit in Parijs zal raken met de ouders, is de taal de Thalys van de kennis die in Parijs te rapen valt.

Sterk taalbeleid

Taalachterstand wordt schoolachterstand. In het Pisa-onderzoek hebben kinderen die thuis niet de schooltaal spreken, allochtone én autochtone, een jaar leervertraging ten opzichte van wie dat wel doet. Effecten van afkomst op leren zijn voor een groot deel taaleffecten, veel meer dan armoedeproblemen. De conclusie is evident: wie gelijke kansen wil realiseren, moet een sterk taalbeleid voeren, en dat is wat de minister doet. Allochtone ouders zijn daar trouwens vaak meer van overtuigd dan sommige beleidsmakers.

De volgende vraag is hóé je dat doet. Van Avermaet hekelt pull-outprogramma’s, waarbij taalarme kinderen aparte taalinstructie krijgen, zoals Demir voorstelt. Hij stelt dat remediëring in de gewone klas (push-in) beter werkt. Daar zijn voorbeelden van. Maar het gaat dan vaak om individuen (zoals Agirdag, die verwijst naar zijn eigen klas in 1990), of om grotere, maar homogene groepen migranten. Zoals latino’s die naar Californië migreerden en in een proefproject tweetalig Spaans-Engels onderwijs kregen, met een leraar die beide talen beheerst.

Dat is evenwel compleet onbruikbaar voor onze Vlaamse context. Waar klassen tot vijftien verschillende thuistalen hebben, die de leraar niet begrijpt. Waar de Koalatest aantoont dat één grootstedelijk kind op de drie onvoldoende Nederlands begrijpt om zinvol het eerste leerjaar te starten. Het Pirls-onderzoek toonde dat nog maar 52 procent van alle Vlaamse kinderen thuis altijd Nederlands spreekt, veel minder dan in andere landen. Dat is een immens verschil met de kwetsbare kinderen van de vorige eeuw, voor wie we fantastische sociale mobiliteit creëerden.

Superdiversiteit

In onze superdiversiteit is de klas geen kwaliteitsvol taalbad, waar kinderen van elkaar leren, eerder dan van de leraar (de echo van het achterhaalde constructivisme). Wie dat hoopt, heeft te lang aan een universiteit vertoefd en te weinig in een Brusselse klas. Zelfs Van Avermaet geeft toe dat onze reguliere klassen taalontwikkeling onvoldoende stimuleren. Terwijl zijn push-inmodel net constante interactie vereist tussen de gewone leraren en een extra taalleraar. Dat is gewoon onmogelijk voor onze tienduizenden klassen.

Een uitdaging voor dit plan is precies de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel. Als dat al niet gevonden kan worden voor Demirs taalheldklassen, zoals Van Avermaet tegelijk argumenteert, dan helemaal niet voor push-in. Ons taalprobleem moet efficiënt en professioneel aangepakt worden. Een wetenschappelijke review concludeerde dat aparte taalinstructie net succesvol is vanwege de extra aandacht en kwaliteitsvolle interactiemogelijkheden.

De taalheldklassen van Demir zijn ook maar één van tien actiepunten, specifiek bedoeld voor anderstalige nieuwkomers. Net als de al bestaande aparte Okan-klassen in het secundair onderwijs. Dat wérkt. Waarom dezelfde kans ontzeggen aan jongere kinderen in het basisonderwijs, als we weten dat kinderhersenen taalsponzen zijn en verwervingsleeftijd de beste voorspeller is van latere taalvaardigheid? Bied het kind eerst duidelijke instructie, een kader en een startpunt voor een eerlijke kans.

Het plan mikt ook expliciet op “een zo snel mogelijke integratie van de leerlingen in het reguliere onderwijs”. De uitvoering ligt ook volledig bij het onderwijsveld zelf. Schenk onze leraren dat vertrouwen. In de klas, als het kan. Apart, als het moet. Even een paar nieuwkomers Nederlands leren, terwijl de rest van de klas gewoon doorgaat, dat kunnen alleen supermensen. 

Laat de kramp op noodzakelijke maatregelen dus achterwege. Zachte cognitieve heelmeesters maken stinkende sociale wonden. Dat hebben we de voorbije twintig jaar wel geleerd. Samen met taalvaardigheid en rekenprestaties kelderde ook sociale mobiliteit. Er is niks sociaals aan een kind droppen in een klas waar het de leraar niet begrijpt, op weg naar voorspelbare mislukking en schooldemotivatie. In de zorg vinden we gerichte interventies ook geen ‘segregatie’Emotionele verontwaardiging vanuit een naïef inclusie-ideaal helpt geen enkel kind vooruit. Iedereen taalheld!

Verschenen in De Standaard

https://www.standaard.be/opinies/wouter-duyck-over-de-aparte-taalklassen/76799374.html

Comments are closed.

Post Navigation