Fors meer leerlingen in aso door corona

Het aantal leerlingen in het algemeen secundair onderwijs stijgt sterk. Dat blijkt uit de septembertellingen van de onderwijskoepels. Er zijn meerdere verklaringen, maar de coronacrisis weegt het zwaarst.

Steeds meer leerlingen kiezen voor het algemeen secundair onderwijs. Hun aandeel ligt rond 45 procent op de middelbare scholieren. Zowel Katholiek Onderwijs Vlaanderen als het GO! Gemeenschapsonderwijs merkt een stijging. In het katholiek onderwijs gaat het over bijna3.500 leerlingen meer dan vorig jaar, terwijl het aantal leerlingen in het technisch en beroepsonderwijs zowat gelijk bleef.

In het gemeenschapsonderwijs stijgt het aantal leerlingen in het aso met 2.100. Dat is een stijging van8,6 procent tegenover vorig jaar. Vooral wetenschappelijke opleidingen doen het goed. Het tso en het bso groeien ook, maar met respectievelijk 4,3 en 5,5 procent.

Het aandeel leerlingen in het aso gaat al even in stijgende lijn, maar dit jaar is de stijging sterker dan anders. Het katholiek onderwijs vermoedt dat bij een gebrek aan fysieke opendeurdagen leerlingen sneller kiezen voor wat vertrouwd is. Doorslaggevender is wellicht dat veel minder B- en C-attesten zijn afgeleverd. Door corona en de lange periode van afstandsonderwijs kregen veel leerlingen het voordeel van de twijfel. In het aso werden twee derde minder C-attesten gegeven dan het jaar ervoor, waardoor minder leerlingen moesten zittenblijven. Ook daalde het aantal B-attesten, waarbij leerlingen naar het volgende jaar mogen, met uitzondering van bepaalde studierichtingen. Daardoor blijft het watervaleffect naar het technisch en het beroepsonderwijs dit jaar beperkt.

‘Het is een kwalijke, maar onvermijdelijke evolutie’, zegt onderwijsexpert Wouter Duyck (UGent). Zeker in het secundair onderwijs konden veel leerlingen maanden niet naar school gaan. Het eerste, het derde en het vijfde middelbaar keerden maar een paar dagen terug naar de schoolbanken. Hoewel examens afnemen mogelijk was, kozen veel scholen ervoor dat niet te doen.

‘In de scholen waar geen deftige examinering is geweest, kun je het niet maken de bijl boven te halen’, zegt Duyck. ‘Het is nu wel zaak om bij code oranje of rood extra voorzieningen te treffen, zodat examens ook dan kunnen doorgaan. Dat is noodzakelijk om het niveau op peil te houden. We kunnen niet nog een jaar zonder te toetsen een attest geven. Dan komt de overgang naar het hoger onderwijs in gevaar en riskeer je dat niet iedereen de juiste startcompetenties heeft. Een slechte oriëntering kan ook tot een niveaudaling leiden.’

Onderwijsexpert (UGent) & Nora Sleiderink ■

Verschenen in De Tijd, 18 september 2020, PDF

Comments are closed.

Post Navigation