Het rapport van het coronaschooljaar

De Tijd, Za. 17 Apr. 2021, Pagina 13

Kleuters die zijn vergeten hoe ze met een schaar moeten knippen. Zesdeklassers die opvallend slecht scoren voor Nederlands. Meer scholieren die afhaken. Aan de vooravond van de grote heropening stelt het onderwijsveld vast dat de leerschade na het coronaschooljaar aanzienlijk is. ‘Ik denk niet dat we ze nog kunnen herstellen.’

Y asmine* is kleuterleidster in een basisschool in Vlaams-Brabant. Ze is op­getogen dat ze volgende week weer voor haar graadklas van de tweede en de derde kleuterklas mag staan, omdat ze merkt dat de coronaonderbrekingen de ontwikkeling van haar twintig kleuters doen stokken.

‘In de tweede kleuterklas hebben kin­deren normaal al geleerd een potlood vast te houden, binnen de lijntjes te kleuren en te knippen. Nu zie ik kinderen die hun schaar vastnemen met hun duim naar onder en hun wijsvinger boven. In de derde kleuterklas lukt een pengreep of zitten op een stoel heel moeilijk’, zegt Yasmine. Dat is zorgwekkend, want die motorische vaardigheden zijn fundamenteel om vlot door de lagere school te geraken.

Het grootste kwaad geschiedde in het voorjaar van 2020, toen de kleuterscholen twee maanden dicht waren. ‘Daardoor zetten de kinderen nu pas stappen die ze toen al hadden moeten zetten. Wij leren kleuters vaardigheden aan waarvoor ze veel moeten oefenen, zoals het tekenen van zichzelf. Je merkt dat ze nu langer kop-voeters tekenen, terwijl we tegen de derde kleuterklas verwachten dat ze zichzelf in detail kunnen tekenen.’

Vanaf maandag kan Yasmine de achterstand beginnen weg te werken. Tegelijk met de basisscholen krijgt de eerste graad van het secundair onderwijs ook weer voltijds les: in de klas, in groep, met een leerkracht aan het bord. De bedoeling is dat binnenkort de scholieren vanaf het derde middelbaar volgen. Daarmee komt een einde aan een onuitgegeven onderwijsexperiment, dat tegen de verwachtingen in liefst 13 maanden duurde. De vraag is nu: welke schade heeft het ge­broken coronaschooljaar toegebracht?

In de GO! Spectrumschool in Deurne, die heel wat praktische opleidingen zoals haartooi, lassen, houtbewerking en horeca aanbiedt, is die schade er. ‘We geven heel wat thuisopdrachten, voor zowel de al­gemene als de praktische vakken, maar de vaardigheden kunnen we moeilijk inoefenen via een online les vanuit het atelier’, zegt directeur Christine Hannes.

Meer dan 90 procent van haar leerlingen heeft een kwetsbaar profiel. Het zijn jongeren van wie de moeder geen diploma secundair heeft, bij wie de thuistaal geen Nederlands is of waar het gezin van een vervangingsinkomen leeft. ‘Dat zijn uiteraard de jongeren die thuis niet de kans hebben zich bij te werken. Ze leven vaak in een appartementje zonder een rustige werkruimte’, zegt Hannes.

Ze schat dat 500 van haar 1.200 leerlingen met leerschade kampen. ‘Wij hebben veel jongeren die al een schoolse achterstand hadden: leerlingen die al een paar keer zijn blijven zitten of uit een andere beroepsopleiding instromen. Corona heeft die schade alleen maar vergroot.’

Via screeningstoetsen weet de Spectrumschool exact welke leerlingen het moeilijker hebben. Ze haalde die zowel vorig als dit schooljaar veel meer naar school, voor gewone lessen of individuele begeleiding. Dat kon door kleinere vakken als lichamelijke opvoeding en levensbeschouwing tijdelijk on hold te zetten. Daarnaast krijgen alle leerlingen, ook die van het derde tot het zesde middelbaar, dit jaar alle praktijkvakken op school.

Ook Yasmine merkt dat de thuissituatie een rol speelt. ‘Kleuters die thuis geen speelgoed of knutselmateriaal hebben, krijgen het moeilijker. Ze kunnen weinig experimenteren en trainen hun motoriek niet. En taal krijgen ze alleen op school aangeboden. Woorden als boekentas of brooddoos kennen ze niet meer. Ze verstaan het ook niet altijd als ik enkelvoudige opdrachten geef, zoals ‘ga naar de vuilbak’, laat staan dat ik vraag dat ze daar hun zakdoek weggooien. En in mijn klas zitten niet eens zoveel anderstalige leerlingen.’

Om de grootte van de achterstand te kennen is het wachten op sluitend onderzoek. Maar er zijn indicaties, en die staan op rood. In het middelbaar is de leerachterstand het grootst voor wiskunde en talen, blijkt uit bevragingen van de onderwijskoepels bij leerkrachten. In het lager ziet 86 procent leerschade bij de leerlingen, leert een enquête bij 1.500 leerkrachten van het digitaal leerplatform Bingel.

Er is ook wetenschappelijk onderzoek van Kristof De Witte, onderwijseconoom aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij toont aan dat de testscores op gevalideerde toetsen van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen bij leerlingen uit het zesde leerjaar significant afnemen in het coronajaar 2020. ‘De leerverliezen komen overeen met wat een leerling normaal in een half schooljaar leert. Dat is vrij veel als je vergelijkt met studies uit het buitenland.’

Voorts is het moeilijk het beeld op de leerschade in het

hele onderwijs scherp te stellen. Vlaanderen heeft daarvoor één groot nadeel tegenover andere landen: er zijn geen centrale toetsen. ‘Het onderwijs is een grote tanker die blindvaart’, zegt Wouter Duyck, onderwijspsycholoog aan de Universiteit Gent. Om de schade te beperken pleit minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) er sinds het begin van de pandemie voor de scholen maximaal open te houden. Volgens gegevens van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bleven in ons land de scholen in 2020 gemiddeld iets meer dan 40 dagen dicht, ruimschoots beter dan het OESO-gemiddelde van ongeveer 60 sluitingsdagen. Een ander onderzoek van de OESO geeft aan dat leerkrachten uit landen waar de scholen minder lang gesloten waren het leerverlies lager inschatten.

Is de leerachterstand bij ons kleiner dan in andere landen? ‘Ook dat is koffiedik kijken, maar ik denk dat Vlaanderen relatief sterker geleden heeft onder de coronacrisis’, zegt Van Damme. Hij ziet daarvoor één belangrijk symptoom: onze structurele achterstand voor digitalisering.

Voor corona kon amper 55 procent van de leerkrachten goed genoeg les­geven met een computer of tablet. Daarmee staan we achteraan in de lijst van OESO-landen. En in vergelijking met Nederland en Duitsland konden relatief weinig leerlingen voor 2020 een computer gebruiken voor schoolwerk. Een op de tien leerlingen had thuis zelfs geen internet.

Door dat manco was afstandsonderwijs voor heel wat leerlingen uitgesloten. Hadden ze toch een laptop en een internetverbinding, dan ontbrak het aan ervaring bij de leerkrachten. ‘Digitaal onderwijs heeft veel potentieel en ik zag veel goede wil bij scholen. Maar onze leerkrachten, noch de infrastructuur en de hardware waren er klaar voor’, zegt Duyck. ‘Leerlingen hebben daardoor tussen maart en juni 2020 vrijwel niets geleerd.’

Meer nog dan een rem op de gemiddelde leerkwaliteit is corona een belangrijke schifter. Het speelt sterke en zwakke leerlingen uiteen, leerlingen met of zonder laptop thuis, leerlingen met of zonder strakke begeleiding van de ouders ook.

Een vervolgstudie van De Witte op de gevalideerde toetsen van het katholiek onderwijs leert dat een schoolsluiting een direct effect heeft op de ongelijkheid. Hoe langer een school dicht bleef, hoe slechter de testscores voor Nederlands waren. Voor wiskunde bleek echter geen significant effect van de sluitingsduur.

De Witte: ‘De resultaten voor Nederlands zijn sterk gelinkt aan de thuissituatie, terwijl wiskunde meer skill drill is. Leerschade voor Nederlands wijst dus op toegenomen ongelijkheid tussen klasgenoten.’ In scholen met veel kwetsbare leer­lingen is de daling van de testscores zelfs 2,5 keer hoger dan gemiddeld.

‘De ongelijkheid was al de achilleshiel van ons onderwijs.

30 tot 40 procent van de leerlingen was al kwetsbaar’, zegt Dirk Van Damme, onderwijsexpert bij de OESO. Niet alleen krijgt de kwetsbare leerling het door corona nog moeilijker op school, de kans op schooluitval wordt ook groter. ‘Als je schepen voor Onderwijs Jinnih Beels hoorde zeggen dat ze in de eerste lockdown een derde van de leerlingen in Antwerpen niet konden bereiken, dan is dat dramatisch.’

Dat door corona meer leerlingen naar een andere richting overschakelden, versterkt het vermoeden dat meer jongeren de schoolbanken zullen verlaten zonder diploma. De Witte berekende dat tegenover 2019 5 procent meer leerlingen overschakelde van ASO naar TSO en 8 procent meer van TSO naar BSO na de kerstexamens van 2020. In juni vorig jaar waren er immers geen examens en werd scholen gevraagd milder te beoordelen.

‘Met kerst waren er daardoor meer heroriënteringen, maar in hun nieuwe richting hebben ze al een halfjaar aan leerstof gemist. Dat vergroot de kans om te blijven zitten in juni’, zegt De Witte. ‘Heroriëntering is zo een voorspeller voor zittenblijven, terwijl zittenblijven een voorspeller is voor vroegtijdige schooluitval.’

Het is de grootste vrees van Hannes. ‘Onze leerlingen in het BSO kunnen niet meer heroriënteren. Ze zitten al onderaan in de waterval. De algemene vakken zijn vaak de reden dat het niet lukt in hun richting, maar die zijn er in andere BSO-richtingen ook. Als ze nog eens een of twee jaar blijven zitten, stoppen ze ermee.’ En dat terwijl het aantal schoolverlaters zonder diploma de afgelopen jaren al steeg tot 12 procent van de leerlingen.

De signalen zijn alarmerend. Experts vrezen dat corona een nefaste impact zal hebben op onze toekomstige welvaart. Door de pandemie ontstaat een sneeuwbal­effect: leerlingen doen in hun schoolloopbaan minder vaardigheden op, zijn slechter voorbereid voor hun verdere school­carrière, stromen minder door naar hoger onderwijs of komen slechter geschoold op de arbeidsmarkt. Dat resulteert in slechter betaalde jobs of langere werkloosheid.

Volgens een internationale studie van de OESO zal het inkomen van de corona­generatie levenslang 3 procent lager liggen. ‘Door de leerschade zal de jaarlijkse groei van het bruto binnenlands product in België voor de rest van de eeuw 1,5 procent lager liggen’, zegt De Witte. Het ver­loren loon van de coronageneratie in de toekomst opgeteld spreekt Duyck over 80 miljard euro. ‘En dat is waarschijnlijk nog een onderschatting.’

‘Een extra jaar school levert ook een extra jaar gezonde levensverwachting op. Als je 1,2 miljoen kinderen een halfjaar school ontzegt, komt dat overeen met 600.000 verloren gezonde levensjaren. De effecten van de leerachterstand worden niet genoeg meegenomen in de besluit­vorming van vandaag, maar zullen zich over tien tot twintig jaar manifesteren. Dan zal niemand nog terugdenken aan corona’, zegt Duyck.

Ook een experiment van eigen bodem leert dat de schade kan cumuleren. In 1990 konden leerlingen in het Franstalig onderwijs maanden niet naar school door stakingen. Ze bleven vaker zitten en hadden een grotere kans op falen aan de universiteit dan hun Vlaamse leeftijdsgenoten. Het lukte de gemiddelde student van toen niet de achterstand weg te werken.

Dat komt omdat nadien ook weinig pogingen zijn ondernomen om die leer­lingen bij te spijkeren. Die komen er in Vlaanderen wel. Met de bijsprong maakt Weyts 260 miljoen euro vrij voor zomerscholen, naschoolse begeleiding en bijles, extra personeel in de klas of de inzet van studenten uit lerarenopleidingen om leerlingen te remediëren. Daarnaast krijgt elke leerling vanaf het vijfde leerjaar tegen 2023 een laptop en krijgen scholen middelen om hun personeel ICT-opleidingen te geven. De invoering van het centraal examen in het tweede en het vierde leerjaar en het tweede en het zesde middelbaar moet helpen gerichter in te grijpen bij leerlingen en scholen waar het misloopt. Of de leerachterstand zo goed te maken is, is voer voor debat. Duyck vreest ervoor dat de leerschade blijft hangen. ‘Het zijn nobele initiatieven die op korte termijn niet zo gek veel veranderen. Dit is een crash van een immens systeem. Ik denk niet dat we dit nog kunnen herstellen.’ Daar komt bij dat ons onderwijs systematisch achteruitboert, blijkt al jaren uit internationale onderzoeken. ‘Het duurde al negen maanden langer voor een 15-jarige even goed rekent als in 2003 en zes maanden langer voor een 10-jarige even vlot kan lezen als in 2006. Als we zomaar een tandje kunnen bijsteken, vraag ik me af waarom we dat al niet deden?’

Niet iedereen denkt dat het probleem onoverkomelijk is. Van Damme acht het nog mogelijk dat de schade wordt hersteld, al vindt hij 260 miljoen euro aan de lage kant. Ook Hannes gelooft er nog in, maar rekent niet op de overheid. ‘Wij hebben vooral vrijheid nodig. Als wij mogen beslissen om te focussen op kernleerstof en leerlingen die het moeilijker hebben meer naar school te halen, dan kan het lukken. Maar als we volgend jaar terugkeren naar het normale leven vrees ik dat dat niet zal mogen. En de bijsprong? Daarmee krijgen we voor onze school amper 31 lesuren per week. Je helpt daar de 500 leerlingen met leerschade niet mee.’

De toekomst moet uitwijzen of leer­lingen en scholen veerkrachtig genoeg zijn om de corona-achterstand weg te werken. De Witte: ‘Er zijn leerlingen die het zullen ophalen of er zelfs beter uitkomen. Maar sommigen halen de schade niet meer in. Het gaat niet over een hele generatie, maar wel over een substantiële groep.’

* Yasmine is een fictieve naam.

DAAN BLeUS ■

Verschenen in De Tijd, 17 april 2021, PDF

Comments are closed.

Post Navigation