Vakbladen van Nature onder vuur wegens ‘ideologische censuur’

Redacteuren van d­e Nature-vakbladen mogen voortaan onderzoeks­artikelen weren die maatschappelijk gevoelig liggen, ook als ze wetenschappelijk goed onderbouwd zijn. Politiek correcte censuur, vinden critici.

‘Psychologen opgelet: Nature ­Human Behaviour is niet langer een wetenschappelijk tijdschrift, maar een uitvoerder van een politiek credo. Ik zal niet langer publiceren in het blad, er geen manuscripten meer voor beoordelen en artikelen eruit niet langer citeren. Hoe kan ik immers weten of die artikelen zijn doorgelicht op waarheid, en niet op politieke correctheid?’

De bekende Canadese psycholoog Steven Pinker, verbonden aan Harvard University, was op Twitter snoeihard voor de redactie van het vakblad Nature Human Behaviour. Het magazine over gedragswetenschappen, een blad uit de beroemde Nature-stal, publiceerde vorige week een editoriaal waarin het aankondigde ingezonden artikelen voortaan niet alleen meer op hun wetenschappelijke merites te zullen beoordelen, maar ook op mogelijke schade voor minderheidsgroepen. Een artikel dat wetenschappelijk goed onderbouwd is, maar waarvan de conclusie zou kunnen leiden tot discriminatie van bijvoorbeeld mensen met een donkere huidskleur of met een niet-heteroseksuele geaardheid, mag de redactie op grond van dat laatste weigeren.

Academische vrijheid

De aankondiging viel niet overal in goede aarde. De voorbije dagen liepen critici op sociale media te hoop om de koerswijziging

aan te klagen. ‘Een extreem kwalijke evolutie voor de gedragswetenschappen’, reageerde de Gentse psycholoog Wouter Duyck op Twitter. ‘Dit staat gelijk met de afschaffing van de academische vrijheid. Elke ­reviewer krijgt een vrijgeleide om ongewenste onderzoeksresultaten te censureren als die ideologisch niet bevallen. Terwijl meer kennis nooit de mensheid schaadt.’

Concrete voorbeelden van eventueel te wraken onderzoeksthema’s geeft Nature Human ­Behaviour niet, maar dat er in de sociale wetenschappen maatschappelijk gevoelige onderwerpen ­bestaan, is een publiek geheim. De vraag of kinderen nadelen kunnen ondervinden van een opvoeding door homoseksuele ouders, is een voorbeeld, net als de vraag of het IQ van mensen kan variëren naargelang hun etnische afkomst. Ook de vraag of vrouwen wiskundig ­gemiddeld minder begaafd zijn dan mannen en daarom onder­vertegenwoordigd zijn onder in­genieurs en Nobelprijswinnaars natuurkunde, eerder dan door ­sociale achterstelling, is zo’n doe-maar-nietje.

In Quillette, een Australisch onlinemagazine, fileert de Amerikaanse psycholoog Bo Winegard de beslissing van Nature Human ­Behaviour. Hij vreest dat de redactie met twee maten en twee gewichten zal meten: wel artikelen weigeren waarin erop wordt gewezen dat een onevenredig aantal misdaden door zwarte Amerikanen wordt gepleegd, maar niet artikelen die erop wijzen dat de Amerikaanse politie buitensporig geweld gebruikt tegen zwarte Amerikanen die van een misdaad worden verdacht.

Ook vraagt Winegard zich af of bijdragen waarin wordt vast­gesteld dat homoseksuele mannen gemiddeld promiscuer zijn dan ­heteroseksuele mannen, nog zullen worden geplaatst. ‘Zo’n artikel kan leiden tot negatieve stereo­types over homomannen. Maar evengoed helpt het de bewustwording van de onevenredig grote gevaren die onbeschermde promiscue seks inhoudt voor hun gezondheid, wat op zijn beurt

zou kunnen leiden tot een daling van het aantal seksueel overdraagbare aandoeningen. Dat is waarom een redactie alleen de plausibiliteit en het theoretisch belang van artikelen zou moeten wegen, niet hun onkenbare politieke en morele effecten.’

Geen voer voor terroristen

Andreas De Block, professor filosofie aan de KU Leuven, volgt de discussie al jaren. Hem verrast het editoriaal in Nature Human Behaviour niet. ‘De meeste vakbladen kijken al langer naar de maatschappelijke impact van het onderzoek om een artikel al dan niet te publiceren. Wat wel verbaast, is dat Nature ­Human Behaviour nu ook zwart-op-wit aangeeft dat te doen, en daarbij uitdrukkelijk vermeldt dat schade aan minderheidsgroepen zal worden meegerekend.’

Dat vakbladen inzendingen niet alleen op wetenschappelijke criteria beoordelen, maar daarnaast ook morele overwegingen mee­wegen, is niet per se verkeerd, vindt De Block. ‘Soms is het verstandig om terughoudend te zijn met het

naar buiten brengen van wetenschappelijke bevindingen. Zo hebben bladen met elkaar afgesproken om de genetische blauwdruk van killervirussen niet te publiceren, net zomin als ze enthousiast de handleiding voor de bouw van een atoombom zouden publiceren, wetende dat dit terroristen op verkeerde ideeën zou kunnen brengen.’

Daarnaast zijn onderzoeks­resultaten niet altijd makkelijk te interpreteren en blijken conclusies achteraf soms onjuist te zijn, zegt De Block. ‘Maar tegen die tijd zitten de resultaten van de studie al in het collectief geheugen, met alle gevolgen van dien. Daar horen vakbladen soms op te anticiperen.’

Nature Human Behaviour is een uitgave van Springer Nature, dat meer academische bladen in zijn portefeuille heeft. Daarbij hoort het moederblad Nature, dat met Cell en Science tot de (natuur)wetenschappelijke top drie van de wereld behoort. De nieuwe editoriale leidraad slaat niet alleen op manuscripten die worden ingediend bij Nature Human Behaviour, mailt Springer-woordvoerster Alice Henchley. Het kan ook redacteuren van andere Nature-titels helpen bij hun redactionele beslissingen. ‘Het document is een leidraad, geen beleid. Wanneer een studie een bevolkingsgroep lijkt te behandelen als minder of kwetsbaarder dan andere groepen, dan kan de leidraad helpen beslissen of het werk gepubliceerd dan wel op ethische gronden verworpen moet worden.’

Hilde Van den Eynde ■

Verschenen in De Standaard, 2 september 2022, PDF

Comments are closed.

Post Navigation