“Scholen hebben schrik voor rankings” Voor het eerst licht het Nieuwsblad alle scholen door en lang niet iedereen is daar blij mee

“Een atoombom.” Of ook: “een gamechanger.” Zo omschrijven onderwijsspecialisten de cijfers die het Nieuwsblad ­publiceert in de Onderwijzer. Want voor het eerst tonen wij hoe leerlingen in alle middelbare scholen het ervan afbrengen in het hoger onderwijs, en zo worden enkele heilige huisjes in het Vlaams onderwijs gesloopt. “Ouders hebben recht op deze informatie. Ons onderwijs heeft niets te ­verbergen”, zegt ­onderwijsminister Ben Weyts (N-VA).

Ouders die een middelbare school kiezen, moeten vandaag vaak vertrouwen op hun buikgevoel, mond-tot-mondreclame of de reputatie van een school. De verslagen van de onderwijsinspectie staan weliswaar gewoon online, maar voor veel mensen is het een kluwen waar een kat haar jongen niet in terugvindt. Bovendien kreeg een kwart van de Vlaamse scholen de voorbije tien jaar geen inspecteur over de vloer, waardoor een groot deel van die verslagen hopeloos achterhaald is.

Het Nieuwsblad geeft ouders nu een berg extra informatie om hen te helpen bij hun schoolkeuze. We ver­zamelden zo veel mogelijk gegevens bij de onderwijsadministratie die onder meer tonen hoeveel A-, B- en C-attesten scholen uitdelen, hoeveel leerlingen doorstromen naar het hoger onderwijs en hoeveel van hen binnen de drie jaar zijn bachelordiploma behaalt. “Er wordt in Vlaanderen heel vaak geschermd met de vrijheid van onderwijs”, zegt cognitief psycholoog Wouter Duyck (UGent). “Maar dat is geen vrijgeleide voor scholen om te doen wat ze willen. We zien in PISA (een internationale toets voor 15-jarigen, red.) dat onze scholen bijna één op de vijf laaggeletterde kinderen afleveren. Ouders hebben geen idee welke scholen dat zijn. De vrijheid van onderwijs is in de eerste plaats bedoeld voor ouders en leerlingen. Zij moeten een school kunnen kiezen waarvan zij denken dat die de beste is. Daarvoor moet je wel over alle beschikbare informatie beschikken. De inspectierapporten zijn mijns inziens onvoldoende.”

Recht op transparantie

Het recht op transparantie over het onderwijs waar we met z’n allen belastingen voor betalen. Het is een terugkerend argument. Ook onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) vindt dat ouders recht hebben op die info. “Ons onderwijs heeft niets te verbergen”, zegt hij. En toch zit de schrik er bij sommige scholen diep in. “Dit raakt aan een aantal grote taboes in Vlaanderen”, zegt Pedro De Bruyckere van het kenniscentrum Leerpunt. “Scholen worden hier bijna nooit vergeleken. Jullie maken misschien geen rankings van scholen, maar ouders kunnen dat wel zelf doen. Dit is een atoombom.”

“Een gamechanger”, noemt onderwijsexpert Dirk Van Damme het.

Uit gesprekken met directeurs blijkt dat vooral scholen met veel kansarme kinderen niet staan te springen voor onze Onderwijzer. Daarin staat namelijk ook duidelijk hoeveel kinderen thuis geen Nederlands spreken en een laagopgeleide moeder hebben. Net die scholen hebben het moeilijker om hun leerlingen te doen slagen in het hoger onderwijs. “Het zijn vooral hoogopgeleide ouders die zich goed informeren”, zegt onderwijs­socioloog Mieke Van Houtte (UGent). “Wie gaat gebruikmaken van de ­Onderwijzer? Diezelfde groep. Kansarme ouders zullen die info minder makkelijk vinden en in dezelfde scholen belanden die nu al in het verdomhoekje zitten.”

Een terechte vrees, meent onderwijseconoom Kristof De Witte (KU Leuven). Om een foute interpretatie tegen te gaan, maakte hij voor ons telkens de vergelijking met scholen die een gelijkaardig profiel – en dus ook een gelijkaardig aandeel kansarme kinderen – hebben. “Dan nog blijft het een moeilijke denkoefening”, zegt De Bruyckere, die zichzelf een “koele minnaar” noemt.

Uiteraard is onderwijskwaliteit meer dan het aantal leerlingen dat doorstroomt naar het hoger onderwijs en daar zijn diploma behaalt. Zo is een groot deel van de richtingen in het tso en het hele bso niet gericht op hoger onderwijs. “Kwaliteitsvol onderwijs is ook goed een vak leren en doorstromen naar de arbeidsmarkt”, zegt Walentina Cools van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs (OVSG). “We hebben in onze maatschappij nood aan goede werkkrachten en technici.” Eén probleem: dergelijke gegevens zijn niet beschikbaar bij de onderwijsadministratie.

Toch valt op dat de koepels geen ­grote bezwaren maken. Allemaal benadrukken ze wel dat onderwijs meer is dan wat in cijfers te vatten valt: “Hoe betrekken scholen ouders, wat is hun pedagogisch beleid, wat bieden ze ‘s middags aan van sport en cultuur?”, zegt Lieven Boeve, topman van het katholiek onderwijs. “Ik zou ouders aanraden om de cijfers te bekijken, maar vooral om ze te gebruiken als basis voor een gesprek met scholen en leerkrachten. Een bezoek aan de school en daar de sfeer opsnuiven blijft noodzakelijk om een goed beeld te vormen.”

Jens Vancaeneghem

Verscheen in Het Nieuwsblad, 17 maart 2023, PDF

https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230316_94148223

Comments are closed.

Post Navigation