Al dat bijklussen, werkt dat?

Nog nooit is er zoveel bijgeklust na de studie- of werkuren. Dat is (voorlopig) goed nieuws voor de economie, maar niet voor het studierendement en de mentale gezondheid.

We klussen almaar meer bij. Het aantal mensen dat er een flexi-job bijneemt, zit op recordhoogte. De flexi-job is zelfs zo populair dat het ons tegenhoudt om overuren te kloppen op onze reguliere baan. En ook studentenarbeid zit in de lift. Steeds meer studenten oefenen hun studentenjob uit tijdens het academiejaar, en niet langer (uitsluitend) tijdens de zomervakantie. Bovendien willen studenten ook steeds méér uren kloppen. Uit nieuwe cijfers van digitaal uitzendplatform Nowjobs blijkt dat één op de drie meer uren wil opnemen dan de huidige 600 per jaar, een cijfer dat vorig jaar nog maar werd uitgebreid.

In vaktermen noemt men dat bijklussen na de studie- of werkuren moonlighten , werken bij maanlicht als het ware. Maar wat moeten we daar nu van denken? Is harder werken sowieso positief? Of lopen die bijbaantjes vooral in de weg van reguliere jobs? Willen we niet vooral meer inactieven aan het werk krijgen, in plaats van al werkenden nog meer te laten werken? Wat met onze mentale en fysieke gezondheid? En met de studieduur van onze studenten die zoveel bijklussen?

Geen concurrentie

“De flexi- of studentenjobs zijn geen bedreigingen voor de reguliere jobs”, zegt professor arbeidssociologie Ludo Struyven, die aan de KU Leuven werkt als hoofd van de onderzoeksgroep Onderwijs en Arbeidsmarkt. “Het gaat hier om kleine jobs met onregelmatige werkuren, vaak in de horeca of detailhandel. Met zulke jobs zijn onze inactieven niet gebaat. Zo’n flexi- of studentenjob vormt voor hen dus geen concurrentie.” Dat stelt ook werkgeversorganisatie Unizo vast.

“Gezien het grote aantal openstaande vacatures en de schreeuw naar personeel, kunnen we moeilijk zeggen dat flexi-jobs de plaats innemen van werkzoekenden”, zegt gedelegeerd bestuurder Danny Van Assche, die wordt bijgetreden door professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). “Onderzoek toont aan dat je met bijklussen meer werk creëert dan werk verdringt. Mensen die meer werken, verdienen meer, doen de economie beter draaien en creëren zo meer banen, waardoor we de pensioenen en onze sociale zekerheid beter kunnen dragen”, aldus Baert.

Goed voor de economie dus, dat moonlighten, al waarschuwen de experts in één adem ook voor de gevaren van een verdere groei. “Hoe meer bijklussen de norm wordt, hoe meer het reguliere jobs zal ondergraven”, zegt professor Struyven. Flexi-jobs in om het even welke sector, voor om het even wie, is niet de juiste richting volgens de arbeidssocioloog, die ook wijst op het gunstige fiscale en sociale tarief waartegen bijgeklust wordt. “Als je dit op grote schaal verder laat groeien, dan ga je de sociale zekerheid wél ondermijnen. Daarenboven creëer je zo de indruk dat het helemaal niet belangrijk is om sociale bijdragen te betalen.”

Voor professor Struyven is het een reden waarom moonlighten in de hand gehouden moet worden, voor socialistische vakbond ABVV is het een reden waarom het fenomeen teruggeschroefd moet worden. “Flexwerkers betalen geen belastingen of sociale bijdragen, terwijl ze wel sociale rechten opbouwen”, zegt voorzitter Miranda Ulens.

Los van de impact op de economie of sociale zekerheid: wat doet al dat bijklussen met ons welzijn? “Flexi-jobbers lopen een hoger risico op burn-out”, zegt professor Baert. “Het is niet zo dat wie meer werkt, per definitie een groter risico loopt. Zo is iemand die fulltime werkt niet vatbaarder voor een burn-out dan iemand die deeltijds werkt. Het zijn de werknemers die langdurig in het rood gaan die gevaar lopen.” En in het rood zitten de flexi-jobbers per definitie, stelt Baert. “Je moet al minstens 4/5de werken om een flexi-job te kunnen opnemen, dus dan werk je al minstens 30 uur. Met je flexi-job kan je dan nog eens tot 17 uur bijklussen. Die optelsom brengt je mentale gezondheid in gevaar.”

Examens verzetten

Wat met de studenten, ten slotte, die steeds meer en vaker tijdens het academiejaar bijklussen? “Op zich vormt een studentenjob later een meerwaarde op de arbeidsmarkt”, zegt professor Baert. “Werkgevers schatten jongeren die bijklusten tijdens hun studies hoger in qua attitude en motivatie, maar we zien wel dat studenten die veel en hard bijklussen dat bekopen met hun studie en er langer over doen om te slagen.” Volgens professor onderwijspsychologie Wouter Duyck (UGent) is dat een groot probleem.“Ik krijg steeds vaker mailtjes van studenten die moeten opdienen op een receptie of moeten werken in een broodjesbar en vragen om video-opnames van de les, of vragen om examens te verzetten. Zij doen gemiddeld nóg langer over hun studies, terwijl het studierendement al zo laag ligt. Onderzoek wijst trouwens uit dat de grootste motivatie voor een studentenjob het bekostigen van vrijetijdsbesteding is. Wel, dan vraag ik me af waar we mee bezig zijn”, aldus Duyck. “En die studenten hebben we zo snel mogelijk nodig op de arbeidsmarkt”, zegt professor Struyven. “Dat zijn gekwalificeerde arbeidskrachten waar we een structureel tekort aan hebben.” En dat tekort kan niét ingevuld worden door die ­vele flexi-jobbers en – nog niet ­afgestudeerde – studenten.

Thibaut Renson

Verschenen in Het Nieuwsblad, 7 maart 2024, PDF

Comments are closed.

Post Navigation