Moeten we ook leerkrachten en scholen punten geven?

©Serge Baeken

Barbara Moens 04 september 2019 11:02

Moeten we ook de leerkrachten en de scholen punten geven? Nu de kwaliteit van het Vlaams onderwijs daalt, buigen de regeringsonderhandelaars zich over een vorm van centraal examen voor alle Vlaamse leerlingen.

Vroeger was ons onderwijs beter. Klinkt dat als een mopperende leerkracht die vit op de jeugd van tegenwoordig? Misschien wel. Maar het is geen boutade. Het Vlaams onderwijs gaat er in internationale onderwijsvergelijkingen al jaren op achteruit.

De best beschikbare graadmeter is het Programme for International Student Assessment (PISA), een driejaarlijkse internationale studie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De recentste PISA-resultaten uit 2016 concentreerden zich op wiskunde. Vlaamse 15-jarigen behoren voor wiskunde nog altijd tot de Europese top (zie inzet).

Tot zover het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat de score voor wiskunde in Vlaanderen sinds 2003 systematisch daalt en Vlaanderen internationaal gezien een van de sterkste dalers is.

Niet alleen het gemiddelde niveau gaat naar beneden. Ook aan de top gaan alarmbellen af. Terwijl in 2003 nog een op de drie leerlingen een topscore voor wiskunde behaalde, was dat bij het jongste PISA-onderzoek nog slechts een op de vijf. Het jongste PISA-onderzoek was een wake-upcall. Ons onderwijs scoort internationaal almaar minder goed op alle domeinen. Kortom: vroeger was ons onderwijs beter. TIP

De hoofdpunten van vandaag, leest u in De Tijd Avond.

Uw dagelijkse round-up van de actualiteit.

Elke dag (ma.-vrij.) via e-mail – Uitschrijven in één klik

Bovendien bleef het sindsdien slecht nieuws regenen. In een internationaal onderzoek naar de leesvaardigheid van jongeren maakte Vlaanderen de scherpste duik. Ook binnenlandse peilingsproeven voor wiskunde, Nederlands en Frans deden de alarmbellen afgaan.

Deze week zijn twee hervormingen van start gegaan waarmee de Vlaamse regering het tij probeert te keren: de hervorming van het secundair onderwijs en de vernieuwde leerstof. Of die hervormingen effect zullen hebben, weten we pas veel later. In ieder geval zal het eventuele resultaat nog niet zichtbaar zijn als de nieuwe PISA-resultaten eind dit jaar bekend worden. Het lijkt zo goed als zeker dat Vlaanderen in die ranking verder wegzakt, en dan zal de roep om actie nog luider klinken.

Er is bovendien niet alleen een probleem met het gemiddelde niveau en met het topniveau. Ook aan de onderkant is er een groot probleem. Het verschil tussen de best presterende leerlingen en de slechtst presterende is groot en die kloof neemt stelselmatig toe.

Van de 175 scholen waar het laatste PISA-onderzoek werd uitgevoerd, waren er 24 waar de gemiddelde score onder het basisniveau lag. Een op de zeven 15-jarigen in ons onderwijs haalt dus niet het niveau dat nodig is om deel te nemen aan onze maatschappij.

Dat iedereen op het einde van de rit toch hetzelfde diploma krijgt, kan niet volgens Dirk Van Damme, onderwijsexpert bij de rijkelandenclub OESO. ‘Een diploma verleent je toegang tot hoger onderwijs en tot bepaalde beroepen. Dan heeft de overheid de plicht na te gaan of de eindtermen inderdaad bereikt werden en of leerlingen met een diploma minimaal min of meer hetzelfde hebben geleerd. Die controle hebben we totaal niet.’

Er is natuurlijk de onderwijsinspectie, die om de zoveel tijd elke school screent. Maar dat is volgens velen niet voldoende. De inspectie is onderbemand en is volgens Van Damme ook niet streng genoeg. Zo wordt in Vlaanderen nooit een school gesloten.

De impact van de inspectie op scholen verschilt van land tot land, schetst Daniel Muijs, die aan het hoofd staat van de studiedienst van de Britse onderwijsinspectie. ‘Als je de inspectie meer impact wil geven, moet die inspectie een duidelijk kader hebben’, zegt Muijs. ‘Omdat Vlaanderen geen centraal examen heeft, is er geen vergelijkbare meting mogelijk. We weten uit onderzoek dat zo’n centraal examen minder bevooroordeeld is over leerlingen dan bijvoorbeeld individuele leerkrachten.’ Een centraal examen is de facto het einde van de vrijheid van onderwijs. Pedro De Bruyckere Pedagoog

Controlemiddel

Om de dalende onderwijskwaliteit tegen te gaan pleiten experts zoals Van Damme en Wouter Duyck, cognitief psycholoog aan de Universiteit Gent, voor zo’n centraal examen. Laat alle leerlingen in Vlaanderen dezelfde toets afleggen om een vergelijking mogelijk te maken en leg op die manier voor alle leerlingen de lat even hoog.

Een centraal examen is in de eerste plaats een controlemiddel op de kwaliteit van de scholen. Het is een stimulans voor de scholen die tot beter onderwijs moet leiden. Als de scores teleurstellen, gaan er tijdig knipperlichten branden bij degenen die ondermaats presteren. Dat voorstel is minder controversieel dan het op het eerste gezicht lijkt. Bijna alle landen in Europa hebben op het einde van het lager of het secundair onderwijs zo’n gestandaardiseerde toets.

Waarom bestaat die dan niet bij ons? Dat uw zoon of dochter niet dezelfde toets aflegt als een leeftijdsgenoot in pakweg West-Vlaanderen of Limburg heeft alles te maken met de vrijheid van onderwijs die typisch is voor het Vlaamse onderwijs. De scholen bepalen zelf hoe ze hun leerlingen onderwijzen en evalueren. De leerkracht stelt zelf of in overleg met zijn collega’s de toetsen en examens op, waarna de school diploma’s uitreikt.

Dat gaat ver, zegt Tamara Stojakovic, leerkracht Nederlands in het Koninklijk Atheneum in Merksem. ‘Ik kan eender welk examen maken. Niets houdt me tegen dat heel gemakkelijk of net erg moeilijk te maken. Daar is weinig controle op.’

Naar een centraal examen evolueren was lang een taboe, maar in de aanloop naar de verkiezingen van 26 mei kwam daar verandering in. Open VLD en het Vlaams Belang zijn openlijk voorstander van centrale examens. Ook de N-VA en de sp.a pleiten voor verdere stappen. In de startnota voor de lopende Vlaamse regeringsonderhandelingen spreekt N-VA-voorzitter Bart De Wever niet toevallig over ‘gevalideerde netoverschrijdende proeven’. Het gaat om toetsen die door alle leerlingen worden afgelegd – of ze nu in een katholieke school, een gemeenteschool of een GO!-school les volgen.

De nieuwe schoolstrijd

Een onderwijsreeks in vier afleveringen. Vandaag: de veldslag om het rapport. Morgen: het lerarentekort, de olifant in de kamer.

Tijd-journaliste Barbara Moens schreef over de nieuwe schoolstrijd ook een boek. Het is uitgegeven bij Polis, telt 232 pagina’s en kost 22,50 euro.

Enger curriculum

De discussie daarover moet nog losbarsten, want er zijn ook neveneffecten. Een centraal examen kan ertoe leiden dat de focus op een beperkt aantal vakken komt te liggen. Bovendien wordt vooral op kennis getest. Sommige vaardigheden die het onderwijs aan jongeren wil meegeven, zijn moeilijker in kaart te brengen en dreigen ondergesneeuwd te raken.

‘Een centraal examen kan tot een verenging van het curriculum leiden’, zegt pedagoog Pedro De Bruyckere. ‘Bovendien dreigen rankings de ongelijkheid in ons onderwijs te vergroten.’

Bij de onderwijskoepels liggen zulke toetsen erg gevoelig. ‘Als je op het einde van de rit dezelfde test moet afleggen, wordt het moeilijk de verschillende manieren waarop je lesgeeft en de taal die je daarbij hanteert te behouden’, zegt Raymonda Verdyck, de topvrouw van het GO!.

Volgens de koepels gaat de overheid met een centraal examen haar boekje te buiten. De vrijheid van onderwijs indachtig moet de overheid erop vertrouwen dat de scholen de lat hoog genoeg leggen. Het is aan de leerkracht en de klassenraad om leerlingen te evalueren. De overheid heeft daar volgens de koepels slechts een beperkte rol in te spelen. Voor De Bruyckere is een centraal examen zelfs ‘de grootste stap’ om de vrijheid van onderwijs in te perken. ‘De onderwijskoepels zijn als de dood voor een centraal examen. Dat is logisch, want het is de facto het einde van de vrijheid van onderwijs.’

De volgende veldslag die het onderwijs moet voeren, wordt die over het rapport. Mag de school nog een rapport uitdelen of trekt de overheid via een centraal examen die taak stap voor stap naar zich toe? En krijgen ook de scholen zelf een (publiek toegankelijk) rapport om op het matje te worden geroepen als ze niet goed scoren?

Waar staan we?

Het Vlaams onderwijs scoort volgens het internationale PISA-onderzoek met 521 punten fors hoger voor wiskunde dan het OESO-gemiddelde van 490. Alleen Zwitserland en Estland scoren in Europa ongeveer even goed.

Het slechte nieuws is dat de score voor wiskunde in Vlaanderen sinds 2003 systematisch daalt. Toen haalde Vlaanderen 553 punten, vandaag nog maar 521.

Ook voor leesvaardigheid en wetenschappen scoort Vlaanderen heel wat beter dan het Europese gemiddelde, maar ook daar gaan we bij elk PISA-onderzoek achteruit

Verschenen in De Tijd, 4 september 2019, PDF

Comments are closed.

Post Navigation