Alleen empathie kan een oorlog redden van de totale escalatie

Yocheved Lifshitz is een 85-jarige vrouw die de Holocaust overleefde. Ze werd onlangs door Hamas vrijgelaten nadat ze was mishandeld en gegijzeld. Ze verbaasde de wereld door de gijzelnemer een warme handdruk te geven. ‘Shalom’, zei ze. Vrede zij met u. Sommige waarnemers leidden eruit af dat zelfs Israëlieten sympathie voor de ­Palestijnse zaak hebben. Als deze vrouw Hamas kon begrijpen, waarom wij dan niet? Het verhaal illustreert dat een louter politieke of militaire analyse tekortschiet om dit conflict te begrijpen.

De vrijgelaten vrouw schudt niet de hand van de Palestijnse staat, maar van een man die dagenlang kon beslissen of ze al dan niet zou blijven leven. Een man die ook nog altijd over het lot van haar echtgenoot beschikte. Beeld u dat eens in. Wat zou u doen? We weten uit onderzoek dat mensen in dergelijke situaties sympathie ontwikkelen voor wie op dat moment de belangrijkste persoon ter wereld wordt: de gijzelnemer. Stockholmsyndroom, genoemd naar de reactie van gegijzelden in een Zweedse bank, die sympathie kregen voor de daders.

Identificatie met gijzelnemers is een traumaband die ontstaat wanneer anderen de absolute controle krijgen over iemands leven en basisbehoeften. De Joodse vrouw vertelde niet toevallig over de komkommer en de kaas die ze te eten had gekregen. Een teken van ‘goedheid’. Ze moest er wel in geloven. Zonder die goedheid wist ze dat ze zou sterven. De handdruk was geen politiek. Het was psychologische afweer.

Psychologische afweermechanismen kunnen ook de reacties verklaren die we zagen op het geweld zelf. Ze doen dat vaak beter dan ingewikkelde politieke overwegingen of theorieën. Natuurlijk was het geweld van Hamas ronduit barbaars. En toch weerklonken de dag na de aanslag, nog vóór de Israëlische militaire reactie, de eerste Palestijnse steunbetuigingen. Eerst voorzichtig, daarna sterker. Ook in landen die zelf herhaaldelijk geconfronteerd werden met terreur. Een professor geschiedenis aan Cornell University prees de terreur van Hamas als een ‘doorbreking van het monopolie op geweld’, ‘het liet mensen opnieuw ademhalen’, ‘gaf hen én hemzelf energie’, het is net dát ‘wat hen mens maakt’. Het duurde nauwelijks enkele dagen of Israël werd in de westerse publieke opinie steeds minder slachtoffer en steeds meer oorzaak van het ondergane leed.

Zelf gezocht

Is dergelijke terreur vergoelijken het gevolg van een weloverwogen politieke analyse? Waarschijnlijk niet. Politieke staten zijn mensen. En mensen schrijven gedrag en gebeurtenissen toe aan interne of externe oorzaken. Gunstige uitkomsten attribueren we voor onszelf meestal intern (ik heb hard gewerkt), voor anderen extern (hij heeft geluk gehad). Bij ongunstige gebeurtenissen draait dat om: ik ben te laat omdat er file was (extern), hij is te laat omdat hij lui en onbetrouwbaar is (intern).

Die fundamentele attributiefout zagen we bij de verschoning van de terreur van Hamas door wie zich identificeert met de Palestijnen: de omstandigheden hebben dit veroorzaakt (externe attributie van het geweld): ze leven in een openluchtgevangenis, ze hebben geen keuze, het is gerechtvaardigd verzet tegen een uitzichtloze situatie. Antisemitisme stak weer de kop op. Israël had het zelf gezocht. Het zijn zionisten, kolonisten, dat komt ervan met zo’n rechtse regering (interne attributie van hetzelfde geweld).

Psychologen onderzochten in 1966 hoe mensen reageerden op onschuldige slachtoffers die elektroshocks kregen. Merkwaardig genoeg veroordeelden de observatoren het slachtoffer. Er was alleen medeleven als ze het idee hadden dat ze het slachtoffer konden helpen. Als het onmogelijk leek om hulp te bieden, verdween het medeleven en ontstonden gevoelens van slachtofferverwerping. Die cognitieve vertekening staat in de psychologie bekend als victimblaming. Op kleinere schaal klinkt dat bekend: als je zo schaars gekleed loopt, dan vraag je toch zelf om aangerand te worden?

Waarom bestaat dat? Waarom zien we Palestijnse vlaggen op westerse universiteitsgebouwen, net nadat terreur meer dan duizend burgerslachtoffers had gemaakt? Is dat politiek inzicht of psychologische afweer? De reden waarom we attributiefouten maken is volgens de sociale psychologie ons geloof in een rechtvaardige wereld. Dat geloof hebben we nodig om zin te geven aan ons leven. Het beschermt ons tegen angst en depressie.

In die rechtvaardige wereld overkomen drama’s alleen wie dat verdient (interne attributie). Daarom geven we – onbewust – slachtoffers de schuld voor wat hen overkomt. Die illusie van controle is geruststellend. Wie gelooft dat Israël het zelf gezocht heeft (interne attributie), devalueert de willekeur van het terrorisme (externe attributie) en gelooft dat zoiets hem nooit kan overkomen. We kunnen moeilijk leven met de gedachte dat een terreuraanslag ook ons zou kunnen treffen, dus activeren we cognitieve biases om er mentaal aan te ontsnappen. Helaas biedt die mentale afweer geen fysieke bescherming, zo ondervonden de feestvierders op het Nova-festival, van wie sommigen de Palestijnse zaak genegen waren.

Te diepe wonden

Ondertussen blijven de Israëlische en Palestijnse samenlevingen, en hun aanhangers verspreid over de hele wereld, psychologisch kamperen in de eigen visie. De huidige bombardementen op Gaza zijn veel meer emotioneel verklaarbaar dan moreel aanvaardbaar. Maar dezelfde mensen die het geweld van Hamas extern, situationeel verklaarden en rechtvaardigden (het waren hun levensomstandigheden!), zien nu vreemd genoeg niet in dat de huidige, buitensporige militaire reactie van Israël evengoed een externe, situationele oorsprong heeft: zonder de raid van Hamas waren die bombardementen er nooit geweest, daar is geen discussie over.

Maar hun attributie ten aanzien van de andere blijft hardnekkig intern. Voor wie Palestina steunt, was het geweld van Hamas onvermijdelijk gezien de omstandigheden, dat van Israël even onvermijdelijk gezien de aard van de Israëli’s. En omgekeerd voelt Israël zich zodanig door de omstandigheden van de terreur gedreven (externe attributie), dat plots alles gerechtvaardigd blijkt. Waardoor men zelfs de eigen waarden dreigt op te geven om ze militair te verdedigen, en zo verliest waarvoor men vecht.

Natuurlijk is het Israëlisch-Palestijns conflict politiek. Maar het is evengoed psychologie. Van wij en zij. Wie die wij en zij zijn, is voor ieder van ons anders, en niet altijd grondig doordacht. Maar het bepaalt wel hoe we anders kijken naar dezelfde feiten. De sleutel tot het doorbreken van attributiefouten is volgens onderzoek: empathie. Hoe zou ik reageren mocht ik in dezelfde situatie verkeren? Ongecontroleerde psychologische reacties op barbarij die tot steeds meer waanzin leiden, verklaren waarom oorlogen evolueren tot veel meer menselijk leed dan de politieke relevantie rechtvaardigt.

Als de wonden te diep en te recent zijn, en empathie niet (meer) mogelijk blijkt, rest maar één bescherming tegen die psychologische escalatie. Het houvast van de individuele mensenrechten, en het internationale (oorlogs)recht.

Verschenen in De Standaard, 13 november 2023, PDF

Comments are closed.

Post Navigation