Test voorspelt slaagkansen

Een goed testresultaat betekent meer kans op slagen. ‘Dat kun je in een niet-bindend studieadvies meegeven’, vindt psycholoog Wouter Duyck.

Het aantal jongeren dat naar de universiteit (en de hogescholen) trekt, neemt al jaren toe. Tegelijk zakken de slaagcijfers. Daarom klinkt de roep om een toelatings- of oriënteringsproef steeds harder. Maar dat ligt politiek moeilijk.

Wouter Duyck, professor in de cognitieve psychologie aan de Universiteit Gent, heeft samen met collega’s Filip De Fruyt en Yves Rosseel zo’n proef uitgeprobeerd bij eerstejaars. En als hij die resultaten vergelijkt met hun examenresultaten, komt hij tot de conclusie dat de test in hoge mate de slaagkansen voorspelt.

De test werd afgenomen bij de eerstejaars psychologie en pedagogiek, en als controle in de bachelors rechten, politieke wetenschappen, sociologie en communicatiewetenschappen. Aan de hogeschool Howest kregen de studenten toegepaste psychologie de test. Hij werd afgenomen in oktober vorig jaar.

Aangezien statistiek een groot struikelvak is in het eerste jaar, ging de test rekenkundige vaardigheden en logisch redeneervermogen na. De vragen waren niet zo moeilijk. Een voorbeeld: een auto verbruikt zes liter benzine per honderd kilometer. Hoeveel verbruikt hij op 250 kilometer? Toch scoorden de universiteitsstudenten gemiddeld ‘maar’ 15 op 20, die van Howest 10,5. Een op de drie studenten haalde minder dan 13 op 20. ‘Terwijl pakweg 16 op 20 toch een must is om die statistiek aan te kunnen’, vindt Duyck.

Hij vergeleek de score bij de test daarna met de resultaten bij de examens. En hij bespeurde een sterke correlatie (van .50, wetenschappelijk uitgedrukt). ‘Met andere woorden: wie 18 op 20 scoorde op de test, bleek een slaagkans van 90 procent te hebben in eerste zit’, zegt hij.

Individueel advies 

Voor de professor is het duidelijk dat zo’n test zin heeft. ‘Niet om er een bindend oordeel aan te koppelen, wel om een individueel advies te kunnen geven, in de trant van “mensen met uw resultaat hebben deze slaagkansen”. Ze beslissen daarna zelf. We willen niemand vooraf uitsluiten, dat wil de overheid ook niet. Er zullen er uiteraard zijn die het er slecht van afbrengen op de test en die later toch slagen, omdat ze hard knokken.’

Volgend jaar wil Duyck de test herhalen en er nog aspecten als taalvaardigheid en interesse- en motivatietests aan toevoegen. ‘Hopelijk springen andere faculteiten ook op de kar en doet ooit de hele universiteit mee.’

Leuvense psychologen namen onder impuls van professor Piet Janssen eind jaren negentig de Chrysostomosproef af bij zesdejaars van het secundair, en ook die bleek een sterke voorspellende waarde te hebben. Zo was van de studenten met de laagste scores in de proef, 92 procent niet geslaagd aan de universiteit.

Geert Schacht, afdelingshoofd studie- en loopbaanadvies van de UGent, wil wat kanttekeningen plaatsen. ‘Als de lat hoog ligt in zulke proeven, heb je veel “valse negatieven”, mensen die onterecht een ongunstig advies krijgen. Te veel potentieel succesrijke kandidaten afwijzen staat haaks op de doelstelling van de kennismaatschappij die we willen zijn, en die zoveel mogelijk gediplomeerden hoger onderwijs wil.’Voor Schacht zijn de schoolresultaten uit het secundair onderwijs (vertaald in het advies van de klassenraad) nog altijd ‘de minst slechte voorspeller.’

Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet wacht op een standpunt van de rectoren vooraleer een beslissing te nemen. ‘Er liggen nog verschillende denksporen voor: een breed eerste jaar, een oriëntering, begeleiding. Ik wil het koppelen aan de hervorming van het secundair, want daar moet het al beginnen.’

De rectoren hebben zich al herhaaldelijk voorstander van een niet-bindende proef getoond. Een werkgroep met mensen van de universiteiten, de hogescholen en het middelbaar onderwijs buigt zich over de materie. In een advies van 2011 sprak de Vlaamse Interuniversitaire Raad (Vlir) zijn voorkeur uit voor een oriënteringstraject, veeleer dan een eenmalige proef. Dat traject zou dan starten voor het einde van het secundair.

Het onderwerp komt aan bod op een studiedag van Icor vandaag in Diepenbeek en op een studienamiddag van het VVKHO in Brussel op 5 oktober.

 (verschenen in De Standaard, 13 september 2012, pdf)

Leave a Reply

Post Navigation