De leerplicht: waarom het niet organiseren van onderwijs soms duurder is.

In deze verkiezingscampagne krijgt onderwijs de terechte aandacht die het verdient. Onderwijs is niet alleen een enorme slokop van het Vlaamse budget, maar het is ook cruciaal voor onze welvaart en sociale mobiliteit. Vandaar dat ook opnieuw gedebatteerd wordt over de vervroeging van de leerplicht, tot zelfs 2,5 jaar. Een zeer goed idee. Maar waarom?

Het antwoord hierop blijkt uit het werk van James Heckman, Nobelprijswinnaar Economie. Hij vertrekt vanuit de observatie dat de schoolkloof voor sociaal kwetsbare groepen, niet op 12, maar reeds op 6 jaar, een feit is. Belangrijker is dat hij aantoont dat onderwijsinterventies veel vroeger dan die 6 jaar, een zeer groot effect hebben, veel groter dan wat men in het secundair onderwijs nog kan bereiken. In 2 dergelijke programma’s (de Perry en Abecedarian Programmes) werden sociaal kwetsbare, arme kinderen gevolgd gedurende 40 (!) jaar. De interventie, een paar uur per dag intensieve onderwijsopvolging, had verbluffend positieve resultaten. Voor de kinderen zelf: hogere intelligentiescores, minder bijzondere onderwijsnoden, vaker hoger onderwijs, hogere salarissen en huisbezit. Voor de samenleving: minder uitkeringen en criminaliteit, meer belastinginkomsten

Heckman schat de return van 1 Euro onderwijsinvestering voor deze groepen op 7 à 10%, jaarlijks. Elke Euro gespendeerd aan een 4-jarige heeft 60 tot 300 Euro opgebracht wanneer die 65 wordt. De relatie tussen de investering en de return neemt hierbij sterk af in functie van de leeftijd: investeringen bij 3- jarigen zijn veel effectiever dan die voor 6-jarigen.

Er zijn redenen waarom dergelijke vroege interventies in Vlaanderen niet minder effectief zullen zijn. Schoolachterstand is hier gelinkt met armoede, maar ook met taalachterstand. En uit hersenonderzoek weten we dat de capaciteit om taal te leren afneemt vanaf 6 jaar. Laat dat nu net de leeftijd voor leerplicht zijn. Kinderhersenen zijn taalsponzen. Kleuteronderwijs kan het taalbad zijn dat onze anderstalige schoolpopulatie nodig heeft. Voor de zeer vroege interventies benadrukt Heckman overigens ook vooral cognitieve vaardigheden, terwijl later ook niet-cognitieve factoren belangrijker worden.

In deze campagne zijn het vooral Open VLD en Groen die een vroege leerplicht benadrukken. Andere partijen hebben mildere voorstellen in dezelfde richting. SP.a is voorzichtiger: minister Smet benadrukt steevast dat de kleuterparticipatie nu reeds hoog (97%) is. Dat klopt, maar de uitval is 4 maal groter bij kinderen met een andere thuistaal, terwijl daar het belang net het grootst is. En de reële voltijdse aanwezigheid is veel lager dan het zwakke criterium van 100 tot 220 halve dagen dat hier gebruikt wordt.

Conclusie: het werk van Heckman toont aan dat een efficiënte besteding van middelen voor onderwijs en sociale correctie vereist dat ze vroeg ingezet worden. Verlagen die leerplicht! En de interventies mogen zelfs best wat verder gaan dan wat ons kleuteronderwijs nu te bieden heeft…

(verschenen in De Standaard Avond, 19 mei 2014)

Leave a Reply

Post Navigation