Iedereen heeft altijd gelijk

Het was een zeer opvallend moment in Jambers Politiek. Bart de Wever zegt nog nooit te hebben gedebatteerd met Paul Magnette. Het is dan 4 april 2014. De federale oppositieleider heeft nota bene de voorzitter van de PS, die de premier levert, zelfs nog nooit ontmoet! 2 jaar regeringsvorming, 2 jaar clash tussen NVA en PS, maar beide partijvoorzitters hebben elkaar 7 weken voor de nieuwe verkiezingen nog nooit gesproken, laat staan direct geluisterd naar elkaars argumenten. Vreemd, onvoorstelbaar.

Of toch niet. Politici zijn, tot wetenschappelijk bewijs van het tegendeel, mensen. En mensen zijn geneigd enkel op zoek te gaan naar informatie die hun standpunten bevestigt. Gegevens en stellingen die de eigen opvattingen in vraag stellen worden daarbij genegeerd en vermeden. Het was duidelijk merkbaar in dat eerste debat tussen de twee kemphanen. De aanhangers van De Wever in de zaal vonden hem duidelijk de winnaar. Groot applaus toen hij Magnette even klem zette met zijn show me the money: waar zijn die miljarden? Maar aan de andere kant bleek men even overtuigd van de winst. Laurette Onkelinx vond vlakaf dat ‘Paul était brilliant, je suis très fière’. Maggie De Block, Open VLD, was niet betrokken, en vond het maar een ping-pong match.

Een perfecte demonstratie van wat in de psychologie confirmation bias noemt. We hebben allen een intern ‘ja’ mannetje dat constant zoekt naar wat onszelf gelijk geeft, er extra aandacht aan besteedt, en negeren de rest. Onze eigen Uriah Heep, die zijn baas onophoudelijk gelijk geeft in Charles Dickens’ roman David Copperfield.

Onderzoek toont aan dat mensen 36% langer lezen als ze akkoord gaan met de inhoud van een artikel dan wanneer het de eigen standpunten uitdaagt. We zien en horen enkel wat we al geloven.

Sterker nog, informatie die ons denken in vraag stelt kan onze tegengestelde overtuiging zelfs versterken! Amerikaans onderzoek confronteerde kiezers met duidelijke evidentie dat er in Irak geen, of juist wel, massavernietigingswapens waren. De attitudes ten opzichte van de oorlog in Irak veranderden enkel in de gewenste richting voor de kleine groep neutrale mensen. Echter, kiezers die vooraf al heel sterk voor of tegen de invasie waren, raakten net méér overtuigd van hun gelijk na het zien van tegenstrijdige informatie! Wie voor de oorlog in Irak was, was dus nog méér overtuigd van zijn zaak na bewijs dat er géén wapens waren. Debatten en argumenten tussen overtuigde tegengestelde visies polariseren dus net de attitudes in plaats van ze te verzoenen. Uit hersenonderzoek ziet men dat mensen bij dergelijke informatie overigens vooral hersengebieden activeren die geassocieerd zijn met emoties, eerder dan die voor rationele denkprocessen.

Men ziet het dus bij politici én kiezers. De discussies zullen nooit ophouden en consensus komt nooit dichter. We willen niet spreken met wie we niet akkoord gaan. Wie het meest overtuigd is op Twitter, fora en in televisiestudio’s heeft er het minst te zoeken. We luisteren toch niet. Ons eigen denken in vraag stellen is te lastig. De andere produceert enkel inconvenient truth.

(verschenen in De Standaard Avond, 22 mei 2014)

Leave a Reply

Post Navigation