Kansarmoede vraagt meer onderwijs, niet minder

Het is een vaak gehoorde bekommernis: het Vlaamse onderwijs zou sociale ongelijkheid bestendigen en zelfs vergroten. Anneleen Boderé keerde dit vermeende verband gisteren in De Standaard om, en lanceerde een wel heel straffe conclusie: “Kansarme kinderen moeten niet nog meer tijd in de schoolbanken doorbrengen, we moeten hen er net van weghalen.” Het is de wereld op zijn kop. Onderzoek toont aan dat onderwijs net cruciaal is voor sociale mobiliteit en het creëren van (individuele welvaart). Ook in Vlaanderen.

Uiteraard (maar helaas) is het zo dat het onderwijs er niet in slaagt om élke invloed van iemands afkomst op leerprestaties en latere carrières te neutraliseren. De ideale wereld moet nagestreefd worden, maar bestaat niet. Maar het is niet omdat een medicijn (onderwijs) niet perfect is, dat het plots de oorzaak wordt van de ziekte (kansarmoede). Ng and Feldman vatten maar liefst 395 wetenschappelijke studies over het verband tussen opleiding en latere welvaart samen. Ze concludeerden dat beter opgeleide mensen betere jobprestaties leveren, hogere salarissen hebben, sneller promotie maken, minder asociaal gedrag vertonen, en beter persoonlijk welbevinden (geluk) rapporteren. Cognitieve ontwikkeling (school dus) overtreft hiermee sterk de impact van afkomst, motivatie of persoonlijkheid.

Psychologen Ritchie en Bates volgden meer dan 17000 leerlingen gedurende 50 jaar. Ze stelden vast dat 7-jarige kinderen die het beter deden in wiskunde of lezen, een hogere positie op de sociale ladder bekleedden wanneer ze 42 jaar waren. Ze hadden betere huisvesting, een betere job. Ook nadat rekening gehouden werd met hun afkomst. Wie tot twintig procent beter lezenden behoorde, verhoogde de eigen later sociale status met 10 tot 20%. 1 leesniveau stijgen als 7-jarige was geassocieerd met 6400 EUR extra salaris 35 jaar later.

Het belang van onderwijs en cognitieve ontwikkeling voor individuele (en macro-economische) welvaart en sociale mobiliteit staat dus als een paal boven water. En ook het Vlaamse onderwijs doet het in weerwil van alle onheilstijdingen niet altijd zo slecht. In 2012 telde de OESO hoeveel mensen tussen 25 en 64 een hoger diploma haalden dan hun ouders (sociale diplomamobiliteit). In Europa deed enkel Finland (56%) beter dan Vlaanderen (47%), dat fors beter scoorde dan het OESO gemiddelde (39%), Duitsland (23%), Noorwegen (34%), Denemarken (36%), het Verenigd Koninkrijk (39%) of Nederland (42%). Dat is belangrijk: betere diploma’s leiden tot betere jobs, een groter salaris en een hogere sociale status, ook hier. Als ons onderwijs (quasi-)gratis blijft én het zelfde hoge niveau blijft behalen, is er geen enkele reden om het belang ervan voor de kansarme kinderen van vandaag (bijvoorbeeld de vluchtelingen) te betwijfelen. Laat staan dat we zouden nastreven om kansarme kinderen er bewust weg te houden.

Het voorstel van de Antwerpse schepen Marinower om kansarme kinderen intenser te begeleider op school, moet dan ook niet bestreden, maar gesteund worden. Kinderen dragen geen individuele verantwoordelijkheid voor de sociaal-economische omgeving waarin ze opgroeien, en dus is het de verantwoordelijkheid van de overheid om élk kind maximaal te ondersteunen om de eigen talenten te ontplooien. Daarom net staat vrije toegang tot kwaliteitsvol onderwijs centraal bij de klassieke liberale filosofen zoals Locke en Rawls. Wie het onderwijs opgeeft als bron van gelijke kansen, verkleint de impact van afkomst niet, maar vergroot die net.

Dit betekent uiteraard niet dat enkele uren langer op school vertoeven zal volstaan voor de bestrijding van kansarmoede. Succesvolle buitenlandse programma’s zoals de Harlem Children’s zone of de Perry en Abecedarian Programmes van Nobelprijswinnaar Heckman tonen aan dat de begeleiding professioneel en intens moet zijn, en vooral ook vroeg genoeg moet plaatsvinden. Wie vrees dat dit soort onderwijs te duur is, moet zich afvragen hoeveel een gebrek aan onderwijs ons zal kosten.

 

Ng, T.W.H., & Feldman, D.C. (2009). How broadly does education contribute to job perfor‐ mance. Personnel Psychology, 62, 89–134.

Ng, T.W.H., Eby, L.T., Sorensen, K.L., & Feldman, D.C. (2005). Predictors of objective and subjec‐ tive career succes. Personnel Psychology, 58, 367–408.

Ritchie, S. J., & Bates, T. C. (2013). Enduring links between childhood mathematics and reading ability and adult socioeconomic status. Psychological Science, 24(7), 1301-1308.

Schmidt, F.L., & Hunter, J. (2004). General mental ability in the world of work: Occupational attain‐ ment and job performance. Journal of Personality and Social Psychology, 86, 162–173.

Schmidt, F.L. (2002). The role of general cog‐ nitive ability and job performance: Why there cannot be a debate. Human Performance, 15, 187–210.

(verschenen in De Standaard, 4 maart, pdf)

Comments are closed.

Post Navigation