Belgisch leerlingenrapport nóg slechter dan in 2018 Kwart leerlingen beheerst basis niet: vier conclusies na dramatische resultaten

PISA-studie – Onze koppositie voor wiskunde kwijt, minder uitblinkers en een grote kloof tussen kansarme en bevoorrechte kinderen. De nieuwste PISA-studie is zoals verwacht dramatisch en noopt tot vier conclusies.

1. We dalen op alle vlakken sterker dan gemiddeld

Niemand had verwacht dat deze PISA-studie (Programma voor de Internationale Evaluatie van Studenten) goed zou uitpakken voor Vlaanderen. Maar het valt op dat we voor wiskunde, lezen én wetenschappen sterker achteruitgaan dan het gemiddelde van de deelnemende OESO-landen.

Pro memorie: 15-jarigen uit 81 landen en regio’s legden de PISA-toetsen in 2022 af. Het verschil is het meest uitgesproken voor lezen. Onze 15-jarigen haalden 19 punten minder in vergelijking met 2018, terwijl de gemiddelde daling 11 punten bedraagt. De sterke daling bij ons kan dus niet enkel te wijten zijn aan de wereldwijde coronapandemie. Te meer omdat het in Vlaanderen nog meeviel met de schoolsluitingen, wat in principe betere PISA-scores zou moeten opleveren dan elders.

Op de langere termijn is de daling het meest frappant voor wiskunde. Op dat domein haalden onze 15-jarigen 52 punten minder in vergelijking met 2003, wat volgens de definitie van de OESO neerkomt op een leerverlies van 2,5 schooljaren. Al moeten we die conclusie volgens de Vlaamse onderzoekers met een korreltje zout nemen. “Voor Vlaanderen is die vergelijking moeilijk hard te maken”, zegt UGent-onderzoekster Nele Warlop. “Wel is duidelijk dat Vlaamse leerlingen door die daling bijna één vaardigheidsniveau ( van de 8 die PISA onderscheidt, red. ) zijn gezakt.” Slechts twee landen deden het slechter: Finland en IJsland.

2. We verliezen onze toppers

Pijnlijke vaststelling: de groep toppresteerders op de PISA-toets wordt almaar kleiner. Opnieuw voor wiskunde is die trend het duidelijkst. In 2003 haalde nog 34,4%van de 15-jarigen het hoogste niveau. In 2022 is dat met 15% minder dan de helft. Onderwijsexperts als Wouter Duyck (UGent) hameren er al jaren op dat we die toppers nodig hebben om onze kenniseconomie te stutten, met mensen die doctoreren, patenten aanvragen, enzovoort.

Tegelijkertijd wordt ook de groep aan de bodem groter. Zo beheerst 23,9% van de Vlaamse jongeren het absolute basisniveau voor lezen niet. Voor wiskunde is dat 22,4% en voor wetenschappen 20,9%. “Voor lezen betekent dat bijvoorbeeld dat leerlingen geen onderscheid kunnen maken tussen spam en een echt bericht”, zegt PISA-onderzoekster Inge De Meyer (UGent). “In een regio als Vlaanderen kunnen we ons echt niet permitteren dat een kwart de basis niet beheerst.”

3. Afkomst heel bepalend in Vlaanderen

In theorie zou je afkomst niet mogen bepalen hoe je het doet op school. In werkelijkheid doet Vlaanderen het op dat vlak slechter dan het OESO-gemiddelde. PISA spreekt in die context over ‘socio-economische eerlijkheid’, uitgedrukt in een percentage. Dat geeft weer in welke mate de verschillen in wiskundescores verklaard kunnen worden door afkomst. Voor Vlaanderen bedraagt dat 18,8%, terwijl dat gemiddeld 15,5% is. Die kloof tussen bevoorrechte en kansarme kinderen vergrootte niet sinds 2012, maar alleen omdat de scores van álle groepen achteruitgingen.

Ook opvallend is de kloof tussen autochtone leerlingen en kinderen van de tweede generatie. Ook hier behoort Vlaanderen met 50 punten tot de groep landen met het grootste verschil tussen die twee groepen. Ook de thuistaal speelt een cruciale rol. Van zodra kinderen thuis een andere taal spreken, heeft dat een duidelijke invloed op de PISA-scores.

4. In vergelijking met EU-landen zijn we nog de slechtste niet

Toch een lichtpuntje: in vergelijking met de deelnemende EU-landen valt het nog mee. Dat lijkt in tegenspraak met het voorgaande, maar we komen gewoon van een sterkere positie dan veel buurlanden. Voor wiskunde bijvoorbeeld moeten we enkel Estland laten voorgaan. Voor lezen staan we op de achtste plek en voor wetenschap op de zesde. “Anderzijds hebben we wel onze toppositie voor lezen en wetenschap moeten lossen en zitten we nu bij de middenmoot”, zegt PISA-onderzoekster Inge De Meyer (UGent).

Opvallend is dat enkel Estland en Ierland erop vooruitgaan. Geen wonder dat onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) naar Ierland verwijst als gidsland om kinderen weer aan het lezen te krijgen.

Jens Vancaeneghem

Verschenen in De Gazet van Antwerpen, 6 december 2023, PDF

Verschenen in Het Nieuwsblad, 6 december 2023, PDF

Comments are closed.

Post Navigation