Talent (bij de Rode Duivels): trop is teveel!

In de aanloop naar de Wereldbeker Voetbal spat de lof voor onze Rode Duivels van onze krantenpagina’s. We hadden nog nooit eerder een ploeg met zoveel talent! En ze zijn nu op hun best. Een kwartfinale is een certitude, en zelfs onze bescheiden held Kevin De Bruyne nam voorzichtig het woord ‘wereldkampioen’ in de mond. De beste Belgische voetballer ooit. Hij schrok zelf een beetje, maar zei het wel: wereldkampioen. Maar klopt de onderliggende redenering wel? Leidt talent tot succes in het voetbal, en daarbuiten? Het antwoord verrast: teveel talent kan ook nadelig zijn voor de prestatie van een team. Dat toonde een recent onderzoek van Roderick Swaab en collega’s in het vakblad Psychological Science, op basis van een massa sportgegevens.

Ze begonnen in het voetbal en analyseerde de resultaten van 209 landen tijdens de kwalificatiecampagnes voor het WK 2010 én 2014. Ze telden voor elk land hoeveel getalenteerde topspelers in de ploeg stonden. Ze deden dit aan de hand van de Deloitte Football Money League ranking van clubs, en berekenden per land het percentage spelers  dat voor één van deze eliteclubs (Manchester United, Barcelona, AC Milaan, …) speelde. Vervolgens berekenden ze de prestatie van het team door gebruik te maken van de officiële FIFA ranking, die per match een aantal punten verdeelt op basis van het resultaat, de sterkte van de tegenstander, het belang van de match, de regio, etc.  Het resultaat was aanvankelijk heel logisch: hoe meer topspelers, hoe beter de prestaties van de landenteams. Maar enkel tot op zeker hoogte. Voor teams met meer dan 70% topspelers begon de prestatie weer te dalen! Dus de teams met het meeste talent deden het minder goed dan teams met net iets minder talent. Talent loont, maar trop is teveel!

In een tweede studie gingen Swaab en collega’s op zoek naar het mechanisme achter dit effect. Ze veronderstelden dat teveel topspelers in een team nadelig was voor de coördinatie, of het samenspel. Dit keer gingen ze aan de slag met data uit de Amerikaanse basketcompetitie, de NBA. Ze analyseerden de prestaties van 30 NBA teams tijdens de laatste 10 seizoenen. Voor elk van de spelers van deze teams werd een maat berekend die uitdrukt hoeveel extra overwinningen een speler oplevert ten opzichte van een gemiddelde speler. En dus een maat voor goed een speler is. Ze beschouwden een speler als topspeler als die zich bij de hoogste 33% scores bevond. Ze berekenden opnieuw het percentage topspelers bij elke club, en berekenden de samenhang met het percentage gewonnen matches.

Hetzelfde effect! Meer talent leidde tot betere prestaties, maar voor clubs met meer dan 50% topspelers daalden de prestaties. Het ideale aantal topspelers was dus nog kleiner dan voor voetbal.  Dit keer testten Swaab en collega’s ook of dit inderdaad te maken had met het samenspel binnen het team. Ze berekend voor elke club hoeveel assists er waren, hoeveel uitgespeelde rebounds, hoe goed kansen uitgespeeld werden vooraleer een doelpoging te wagen. Het effect van het percentage topspelers bleek inderdaad via deze weg te verlopen: teveel topspelers leidde tot slechter samenspel, en dus tot slechtere resultaten.

In een laatste studie toonde Swaab vervolgens aan dat dit teveel-talent-effect verdwijnt voor sporten waarin samenspel minder belangrijk is, en sporters eerder individueel presteren: baseball. Data van 30 clubs uit de laatste 10 seizoenen van het Major League Baseball werden geanalyseerd, en opnieuw werd voor elke club het aantal topspelers berekend door selectie van de beste 33% scores, een individuele maat gelijkaardig aan die uit het basketbal.  Dit werd vervolgens gerelateerd aan het aantal gewonnen matches. Dit keer bleef de prestatie van het team stijgen naarmate het aantal topspelers toenam, zonder maximum. Wanneer samenspel dus niet belangrijk is kan met niet tevéél talent hebben.

Toppprestaties vereisen toptalenten, maar afhankelijk van de aard van de sport, en de mate waarin samenspel belangrijk is, kan er dus ook tevéél talent zijn.Een ploeg heeft diversiteit nodig en 11 keer Lionel Messi, Christiano Ronaldo of Eden Hazard is geen goed idee. Misschien is dat wel de reden waarom het Oranje Nederlandse voetbalelftal het vroeger altijd beter deed dan onze Rode Duivels: ze hadden gewoon minder talent! En misschien is dat ook wel de reden waarom de Rode Duivels misschien toch mogen dromen. We hebben misschien nét iets minder talent dan Brazilië of Spanje, maar misschien zitten we net daarom dichter bij de optimale talentverhouding. Op voorwaarde dat er een ploeg is. Tous ensemble!

 

Swaab, R. I., Schaerer, M., Anicich, E. M., Ronay, R., & Galinsky, A. D. (2014). The Too-Much-Talent Effect Team Interdependence Determines When More Talent Is Too Much or Not Enough. Psychological Science, 25(8), 1581-1591. doi: 10.1177/0956797614537280

http://journals.sagepub.com/doi/abs/10.1177/0956797614537280

 

(verschenen in De Standaard, 18 juni 2018, PDF)

Comments are closed.

Post Navigation